In drie of vier generaties, dus een eeuw tijd, is ‘verder studeren’ geëvolueerd van een privilege voor enkelingen naar gemeengoed voor grote groepen jongeren. Dit boek kijkt op een nieuwe manier naar die onderwijsrevolutie en gaat na welke impact die heeft op onze samenleving vandaag.
Nooit eerder hebben zoveel jonge mensen zoveel tijd, energie en middelen besteed aan onderwijs en opleiding. Met iedere nieuwe generatie lijken de verwachtingen over het aantal jaren schoolbezoek en het te behalen diploma naar boven te worden bijgesteld.
De maatschappij organiseert zich ook steeds meer rond de kennis en kunde die in het onderwijs worden omarmd, verspreid en gelegitimeerd. De auteurs analyseren de fundamentele kenmerken van onze nieuwe, geschoolde maatschappij. Daaruit blijkt hoe geleidelijk nieuwe scheidslijnen tot stand zijn gekomen, zoals het onderscheid tussen hoog- en laaggeschoolden. Verder brengt de studie voor het eerst de impact van universiteiten op regionale ontwikkeling in kaart en ook de geografische mobiliteit van hoog- en laaggeschoolden, waardoor we van een heuse braindrain kunnen spreken. De geschoolde maatschappij is dan ook een must read voor iedereen die begaan is met én kritisch wil reflecteren op onderwijs en maatschappij.
