Hybride leeromgeving in het middelbaar beroepsonderwijs

Aansluiting onderwijs op beroepspraktijk

Van ‘extern practicum’ naar hybride leeromgeving voor studenten in het middelbaar beroepsonderwijs

Master scriptie door Eck, E. van (Student); Seuneke, P. voor de Aeres Hogeschool Wageningen, Afdeling Leren en Innoveren uitgevoerd op het Dulon college.

In het huidige middelbaar beroepsonderwijs is een veel gehoorde klacht dat het onderwijs op school geen of nauwelijks aansluiting vindt bij de beroepspraktijk. In een hybride leeromgeving komen het beste van deze twee leeromgevingen bij elkaar, namelijk school en praktijk.

Het opleidingsteam Pedagogisch werk van het Dulon college heeft een leeromgeving ontworpen in de beroepspraktijk van een basisschool voor eerstejaars studenten, waar school en praktijk samen opleiden. In dit onderzoek wordt duidelijk wat de kenmerken van een hybride leeromgeving zijn en welke van deze kenmerken reeds aanwezig zijn in de ontworpen leeromgeving.

Hybride leeromgeving

De basis hiervoor vormt het model voor het ontwerpen van een hybride leeromgeving. Door het vullen van het model aan de hand van observaties en interviews met alle betrokkenen, namelijk de docent, de werkveldbegeleider en tien studenten is zichtbaar geworden welke kenmerken aanwezig zijn in de onderzochte leeromgeving, welke herkend worden door de betrokkenen en welke om optimalisatie vragen.

Samenvattend is de conclusie dat hybriditeit van de leeromgeving Extern practicum zich bevindt tussen kennisoverdracht aan studenten en de toepassing ervan in het echte werkproces. Tevens is er sprake van hybriditeit tussen ontvangen feedback van zowel de docent als de werkveldbegeleider, die direct toepasbaar is voor de student
in het werkproces. Wanneer de studenten tevens de mogelijkheid wordt geboden om taken die uitgevoerd gaan worden eerst te oefenen en er uitbreiding van toepasbare kennisoverdracht plaatsvindt, zal de hybriditeit in de leeromgeving verder toenemen.

Uit de resultaten blijkt dat realistische activiteiten veelvuldig plaatsvinden, echter geconstrueerde activiteiten vinden nauwelijks plaats. Wat de oorzaak hiervan is en of ieder kenmerk zich laat ontwerpen is een vraag die open ligt voor verder onderzoek.