De helft van de ondervraagde scholen in het funderend onderwijs denkt in de knel te komen met het uitvoeren van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Ze hebben grote moeite om personeel te vinden en zien de tijdelijkheid van het programma als een obstakel.
Roep om langere looptijd NPO of structureel karakter
NPO gelden vergroten de problemen lerarentekort
AOb-voorzitter Tamar van Gelder: ‘Zet het resterende geld om in een structureel bedrag. Daarmee kan de situatie in het onderwijs duurzaam worden verbeterd.’ Vanaf het begin vindt de AOb dat een eenmalige injectie van 8,5 miljard euro niet de structurele problemen in het onderwijs oplost. Van Gelder: ‘Integendeel, we zien dat de problemen op scholen worden vergroot en deels verplaatst omdat er vooral behoefte is aan de inzet van extra personeel. Dat personeel is er niet. Bijles- en uitzendbureaus spinnen hier garen bij.’
28 oktober stuurde demissionair onderwijsminister Arie Slob (CU) een eerste tussenevaluatie over de uitvoering van het NPO aan de Tweede Kamer. Hij benadrukt dat het gaat over de stand van zaken aan het begin van schooljaar 2021/2022 en dat het nog niets zegt over de daadwerkelijke inzet van het geld.
Stand van zaken
Aan de ene kant ziet Slob dat scholen op stoom zijn en dat teams ‘hun schouders eronder zetten en stappen zetten om het perspectief van hun leerlingen te herstellen’, zo schrijft hij. Scholen hebben in kaart gebracht welke achterstanden er precies zijn en daarvoor de toets-uitslagen gebruikt, maar bijvoorbeeld ook observaties van leraren en mentoren.
Eerder deed de Onderwijsinspectie ook al onderzoek naar de gevolgen van de coronamaatregelen bij personeel, leerlingen en studenten. Nu blijkt dat leerlingen in het primair onderwijs tijdens de crisis met rekenen gemiddeld een leervertraging van tien weken hebben opgelopen. In dat vak was de leerschade in het po het grootst. In het voortgezet onderwijs liggen de grootste achterstanden bij leesvaardigheid. In de onderbouw van het vmbo en de havo zijn de vertragingen gemiddeld groter dan in het vwo.
Inzet vooral op verbeteren van het welbevinden
Bij het maken van de schoolplannen zijn de meeste medezeggenschapsraden betrokken. Waar dat niet het geval was, zal het volgens de minister alsnog gebeuren. Driekwart van de scholen uit het funderend onderwijs kiest voor maatregelen om het welbevinden van leerlingen te verbeteren. In het vso gaat het zelfs om 92 procent van de scholen. Veel scholen kiezen voor instructie in kleine groepen, zo meldt Slob. Al moeten ze daar wel extra personeel voor werven. De minister vindt het ‘opvallend’ dat scholen de krapte op de arbeidsmarkt en de tijdelijkheid van het geld ervaren als een knelpunt, maar met het NPO-geld wel willen kiezen voor maatregelen waarvoor extra personeel nodig is.
Ook in het mbo en hoger onderwijs zijn instellingen ‘voortvarend’ bezig. In deze sectoren zijn er concrete plannen om studievertraging en het welzijn van studenten te verbeteren. Over het algemeen ziet de minister dat ook daar de medezeggenschapsraden goed betrokken zijn bij het opstellen van de plannen.
Zorgen om ontwrichtende werking
Maar er is een andere kant: de zorgen. Dat het geen structureel geld is, is zo’n knelpunt. Scholen kunnen nieuwe collega’s geen vast contract aanbieden en moeten het geld binnen twee jaar uitgeven, maar kunnen amper personeel vinden. In het funderend onderwijs schrijft de minister dat uit een eerste verkenning blijkt dat scholen extern personeel aantrekken; vooral voor huiswerkbegeleiding, sport- en cultuuronderwijs en voor specifieke taken rondom zorgleerlingen. Hier komt nog een verdiepend onderzoek naar.
Het NPO doet de zorg groeien over toenemende kansenongelijkheid, juist door het geld dat beschikbaar komt in combinatie met het lerarentekort: Scholen met een hoog schoolgewicht (leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben voor onderwijsachterstanden) concentreren zich vaak in bepaalde wijken. Nu voor het uitvoeren van hun NPO-plannen veel scholen extra personeel zoeken, wordt gevreesd voor verplaatsing van leraren, waardoor het lerarentekort in achterstandswijken alleen maar groter wordt.
De tijdelijke arbeidsmarkttoelage (voor scholen met veel leerlingen met risico op onderwijsachterstand) is hiervoor geen waterdichte oplossing, omdat deze maar voor twee jaar beschikbaar is. Daarnaast zorgt ook deze regeling weer voor scheve ogen tussen collega’s van aangrenzende scholen, die niet in aanmerking komen voor deze eenmalige toelage. Een structureel probleem vergt een structurele oplossing.
Het is het systeem dat maakt dat we nu vastlopen en in paniek op zoek gaan naar oplossingen. Dit nationaal programma borduurt juist verder op dat systeem en kan dus nooit de oplossing zijn.
Annemarie van den Broek, docent bij Fontys Hogeschool Kind en Educatie
Vraag om langere looptijd NPO
Verder is er dus de roep om meer tijd, zowel uit het funderend onderwijs als uit het mbo en hoger onderwijs. AOb-voorzitter Van Gelder De AOb pleit er dus voor om van het resterende bedrag een structurele investering te maken. ‘Daarmee verbeter je de situatie in het onderwijs duurzaam en besteed je het geld zorgvuldig.’ De bond vindt dat er een structurele investering nodig is van ruim 6 miljard euro.
VOS/ABB hield in april een ledenpeiling onder schoolbestuurders, schoolleiders in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Daaruit kwam onder andere naar voren dat een groot deel van hen wil dat de looptijd van het NPO van 2,5 naar naar 4 jaar gaat.
De PO-Raad meldde eerder ook op basis van zijn ledenpeiling dat er langer de tijd moet worden genomen. ‘Om het NPO-geld effectief en doelmatig te kunnen inzetten hebben scholen meer tijd nodig’, aldus de sectororganisatie.
Omzetten naar structurele bijdrage
‘Het is mooi dat het kabinet bereid is geweest zoveel te investeren in het onderwijs, maar het moet wel in enorm korte tijd worden uitgegeven. Als PO-Raad vrezen we dat dit als een boemerang op het bordje van de schoolbesturen terugkomt’, zei voorzitter Freddy Weima van de sectororganisatie al eerder op basis van de uitkomst van een ledenpeiling.
Volgens hem maakt het lerarentekort het ‘simpelweg onmogelijk om het geld doelmatig en effectief uit te geven’. De PO-Raad stelt dat het gevaar aanwezig is dat de financiële reserves op korte termijn stijgen ‘waardoor het beeld ontstaat dat het onderwijs geen extra middelen nodig heeft, terwijl structurele investeringen keihard nodig zijn’.
Of de minister het geld daadwerkelijk op een andere manier gaat verdelen, laat hij nog in het midden. Daarover stuurt hij in het voorjaar 2022 een brief. Het hele programma blijft de minister monitoren en er volgt een nieuwe evaluatie aan de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft 8,5 miljard euro beschikbaar gesteld in het NPO om corona-achterstanden in te halen. Voor het primair en voortgezet onderwijs is in totaal 5,8 miljard euro beschikbaar.
Bronnen:
AOb: Scholen in de knel bij uitvoering NPO
Vos/abb: Scholen kunnen NPO-geld niet uitgeven vanwege lerarentekort’ – PO
Lees ook:
Onderwijscommunity: Nationaal Programma Onderwijs is niet de oplossing
AOb: ‘Met tijdelijk geld zal het onderwijs niet structureel verbeteren’
Onderwijscomunity: Effectieve onderwijsinterventies: de teacher toolkit voor het NPO
Ook Interessante Nieuws
Zelfsturend leren en zelfregulatie; een wereld te winnen
Klimaatuitdaging #3: planten in je klas: C02 omlaag
Bekijk nog meer
Artikelen & Blogs
Vacatures
Kalender Items
Boeken
WORD LID
Met Onderwijscommunity maken we het werkveld iedere dag een stukje beter en mooier. Meld je gratis aan als lid, maak verbinding, haal én breng kennis, maak je eigen ledenprofiel, connect met andere leden en meer.
PUBLICEER
Heb je een uniek en interessant artikel geschreven en denk je dat deze interessant kan zijn voor de leden van Onderwijscommunity? Stuur deze dan in via het formulier en wij gaan er mee aan de slag.
ADVERTENTIE